Drie soorten grenzen en twee valkuilen, hier lees je alles over de kunst van het grenzen aangeven en de valkuilen bij het niet aangeven van je grenzen.
De kunst van het grenzen aangeven
Grenzen stellen is een belangrijk fundament voor gezonde relaties. Je kunt op drie verschillende gebieden je grenzen aangeven. Je kunt grenzen aan geven in je
- gedachten,
- gevoelens en
- acties.
Vraag jij je nu af wanneer je grenzen aan moet geven? Het antwoord is eenvoudig: in elke sociale relatie moet je jouw grenzen aangeven.
Alleen bij het respecteren van elkaar grenzen is er sprake van gelijkwaardigheid.
Drie soorten grenzen
We zijn verschillende soorten grenzen.
- Onduidelijke grenzen
Daar wordt vaak mee gesjoemeld en men probeert je over te halen om toch te doen wat zij gedaan willen krijgen. - Gezonde grenzen
Deze zijn duidelijk en doen recht aan jezelf. Deze zijn respectvol naar jezelf. - Rigide grenzen
Deze zijn soms onmenselijk en dominant. Ze versterken de relatie niet.
Wanneer er geen grenzen aangeven worden, dan is er een groot risico op burn-out en bore-out.
Aanpassen overschrijdt grenzen
Veel hoogbegaafde kinderen voelen zich ‘anders’. Ze weten niet wat er anders met hen is, maar ze voelen dat ze anders denken en anders willen doen.
Door hier niet over te praten en te proberen bij de massa te horen, gaan kinderen zich aanpassen. Zij weten hun eigen grenzen niet meer aan te geven en ontwikkelen geen gezond zelfbeeld. Deze kinderen zijn in de adolescentie als ze volwassen zijn, een gemakkelijke prooi voor narcistische persoonlijkheden.
Twee voorbeelden waar grenzen worden overschreden
In onveilige gezinssituaties weten kinderen ook niet beter dan dat de gewoonten van thuis normaal zijn. Ieder kind groeit op met een eigen referentiekader. Als je altijd geslagen wordt omdat je te intens of autonoom gedrag vertoont, vind je dat op een gegeven moment gewoon. Dat hoort schijnbaar zo.
Niets is minder waar! Ik hoor verhalen van volwassenen die zich in hun gezin onbegrepen voelden en nooit geleerd hebben om gezonde grenzen te stellen. Zij voelen zich onmachtig.
Grenzen aangeven is te leren. Door verschillende interventies, bijvoorbeeld de Acceptance and Committent Training, leer je wat je waard bent en hoe je jouw grenzen aan kunt geven.
Ouders van hoogbegaafde kinderen zijn soms radeloos
Veel ouders weten ook niet wat ze met autonome, intense, gedreven en/ of creatieve hoogbegaafde kinderen aanmoeten.
De ouders hebben ook hun referentiekader en denken dat hoe zij denken de standaard maat is. Echter, een hoogbegaafd kind past niet binnen de standaard maat.
Mijn oproep is: “probeer te achterhalen waar ‘storend’ gedrag vandaan komt. Een kind gedraagt zich niet expres storend, vervelend of uitsloverig. Wees altijd alert op persoonskenmerken van hoogbegaafdheid.

Gedrag veranderen door grenzen aangeven
Je gedrag veranderen helpt bij struggles. Je kunt je gaan focussen op je eigen kracht en doelen.
Door je grenzen aan te geven train je de mensen in hoe ze met jou om moeten gaan.
Je traint ze met je gedrag en niet met je woorden.
Stel tijdig je grenzen
Het is makkelijker om relaxt en duidelijk je grenzen aan te geven dan om ze op een later moment geforceerd strakker aan te moeten trekken.
Als je bijvoorbeeld eten aan het koken bent en om zes uur wilt gaan eten, wil je dat je kind ook aan tafel mee-eet. Maar je kind wil niet aan tafel eten maar gaan spelen. Je kunt beter in een keer duidelijk zijn. Door het eten op tafel te zetten, laat je al zien dat je het serieus meent. Als je kind niet komt als je roept ga je aan tafel zitten en zegt dat het nu etenstijd is en dat jullie gaan eten en je hem er ook bij verwacht.
Wanneer je jouw kind laat spelen respecteert hij jouw grenzen niet. Het wordt dan steeds lastiger om je grenzen aan te geven.
Wanneer je direct heel duidelijk bent en in je gedrag laat zien dat je jouw grenzen niet laat overschrijden, dan train je anderen in hoe ze met je om moeten gaan.
De ervaring leert dat mensen die zelf moeilijk grenzen aan kunnen geven, soms dwangmatig bij anderen proberen hun wil op te leggen, hen manipuleren en hun grenzen niet respecteren.
Valkuil 1: gedragsverandering
Je probeert iemands gedrag te veranderen in plaats van dat je jouw eigen gedrag verandert.
Bedenk wat je wilt en wat je écht niet wilt. En verander je eigen gedrag. Iemand anders gedrag veranderen lukt je niet.
Valkuil 2: geen woorden maar daden
Door alleen woorden te gebruiken om een grens aan te geven in plaats van je eigen gedrag aan te passen heb je minder impact. Je loopt grotere kans dat jouw grenzen niet gerespecteerd worden.
Gebruik geen woorden om een grens te stellen. Op de vraag: “wil je dit klusje voor mij doen?” antwoord je: “nee ik doe dat klusje niet” en je begint er ook echt niet aan. Ook niet als iemand zegt: “wil je het echt niet voor mij doen?”
Je gaat iets anders doen en komt niet meer op de vraag terug. Onthoudt dat je ook geen verantwoording schuldig bent waarom je het niet wilt doen.
Grenzen aangeven maakt je krachtig
Je eigen gedrag veranderen helpt om struggles te voorkomen. En grenzen aangeven maakt je krachtiger.
Dit is jouw grens, en je houdt je ook aan die grens. En dat is duidelijk voor de ander.
Samenvattend
- We stellen grenzen door ons gedrag te veranderen.
- We stellen grenzen door acties te ondernemen en niet met woorden.
- Onthoudt: je bent altijd bezig mensen te trainen hoe ze met jou om moeten gaan.
Naar “Teaching Others How to Treat You: the Art of Boundary Setting”.